Gesellschaft

Gesellschaft

〈v.; Gesellschaft, Gesellschaften〉

1 maatschappij, samenleving

2 maatschappij, firma ⇒ vennootschap

3 gezelschap

4 genootschap ⇒ maatschappij, vereniging

5 hogere kringen ⇒ society

6 partij(tje) ⇒ feestje

♦voorbeelden:

1    die feine, vornehme Gesellschaft • de hogere, voorname kringen, de elite

2    Gesellschaft mit beschränkter Haftung • besloten (naamloze) vennootschap, besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

3    in geschlossener Gesellschaft • in besloten kring

      jemandem Gesellschaft leisten • iemand gezelschap houden

      sich in guter Gesellschaft befinden 〈ook figuurlijk〉 • in goed gezelschap zijn

4    die Gesellschaft Jesu • de Sociëteit van Jezus 〈jezuïetenorde〉

5    eine Dame der Gesellschaft • een dame uit hogere, uit de betere kringen

6    eine geschlossene Gesellschaft • een besloten partij(tje)